Li’s Lievelingswoorden: Even kijken

Kijken doe je met je ogen. Althans, dat kreeg ik altijd te horen toen ik klein was. Niet dat ik ernaar luisterde natuurlijk. Ook op latere leeftijd ging ik nog vaak tegen mijn opvoeding in. Sommige vrienden werden gek van mijn rondneuzen tussen spullen waarbij alles aangeraakt en bevraagd werd.

Nu ik in China zit, heb ik ook meer dan genoeg te kijken. En ja, de Chinezen doen dat ook een stuk meer met hun handen, het zit in de natuur! Iedereen leest hier boeken uit in de boekwinkel (ze gaan er echt voor zitten) en zelfs bordjes met ‘niet aanraken’ worden routineus genegeerd. Een droomland wat dat betreft voor mij. Komt bij dat ik me onlangs realiseerde dat het Chinese karakter voor kijken geïnterpreteerd kan worden als een hand en oog gecombineerd. Klopt vast niet helemaal, maar wel een leuk idee.

Als we echter nog wat verdergaan, is het helemaal niet zo dat je kijken per se fysiek hoeft te doen. En daarmee komen we bij deze uitspraak: “Even kijken”. Net zoals alle fijne stopwoorden zijn deze ook multifunctioneel. Volgt er een komma, drie puntjes, of een ander stopwoordje (“hoor”)?

Zo blijkt maar weer dat we ook niet noodzakelijk met onze ogen kijken. De helft van de tijd dat iemand iets vraagt (wat we gaan eten, weekendplannen, boeken die ik nu aan het lezen ben, wanneer ik voor het laatst heb opgeruimd) kan ik heel goed mijn antwoord beginnen met “even kijken” en gewoon in het niets staren. Of juist mijn oog of beide ogen sluiten om een blik in mijn hersenen te werpen waar toch de meeste kennis is die ik bezit.

Dus ja, kijken doe ik het liefste met mijn handen of mijn hersenen. Komt misschien ook doordat ik een bril draag, dat mijn ogen pas op de derde plaats komen.

Li’s lievelingswoorden: Dinges

Nederlands is niet de mooiste taal. Het is mijn moedertaal, de taal waar ik het meeste in thuis ben, maar mooi is het zeker niet. Over talen zoals Frans, Spaans en Italiaans hoef je natuurlijk niet te discussiëren. Pure poëzie rolt daar over de tong, ongeacht wat de inhoud of betekenis van datgene wat gehoord wordt mag zijn.

Toegegeven, ik heb wat meer waardering voor Nederlands hier in het buitenland gekregen. Niets zo leuk dan in een in China vrij onbekende taal te praten, roddelen en becommentariëren. Jammer dat het vaak met Engels wordt verward, omdat veel Chinezen dat ook niet verstaan, maar de gezichtsuitdrukking wanneer taal en daarmee ook mijn nationaliteit worden onthuld is onbetaalbaar (vind meer over deze situaties in het Engels in deze post).

En ja, zodra je meer talen leert besef je des te beter welke woorden ontbreken in het Nederlands. Maar je realiseert je ook dat het Nederlands toch wel woorden heeft die je niet zou willen missen. Daarom hierbij een ode aan een van mijn lievelingswoorden: dinges.

din·ges (de; m,v; meervoud: dingesen)
1 (informeel) naam waarmee je personen of zaken aanduidt waarvan je de naam niet wilt of kunt noemen

Bron: vandale.nl

Misschien heeft het met de klank te maken. Het Engelse equivalent ‘thingy’ klinkt een beetje kinderachtig. Dat dingetje, nee dat is bij lange na niet stevig genoeg om een brede categorie aan te duiden. Misschien heeft het ermee te maken dat een deel van de Nederlandse aanwijswoorden met een d begint: die, deze, dit, dat. Dat allitereert wel mooi. Misschien omdat de vorm vloeibaar is. Je hebt een dinges, gaat dingesen, iets is dinges, de dinges in de dinges dingesen, moderne taalkunst.

Ik gebruik dit woord te pas en onpas, in moeder- en vreemde taal. Zo hebben mijn Chinese, Japanse, Koreaanse, Australische, Franse en Duitse vrienden die ik in China leerde kennen tijdens mijn studie allemaal in meerdere of mindere mate ervaring met dit woord. Het is voor een Nederlands woord ook nog eens best goed uit te spreken door buitenlanders.

In zekere zin zijn dit soort tussenwoorden op een bepaalde manier onbelangrijk en tegelijkertijd heel belangrijk voor een taal. Aan de ene kant heeft het geen invloed op grammatica, uitspraak of schrijfwijze. Maar het laat wel zien dat een taal leeft. Genoeg leeft om dit soort woorden nodig te hebben of dat de gebruikers in ieder geval deze behoefte hebben. En ja, als levende gebruiker van een levende taal dinges ik dus met heel mijn hart.