Winkel je weg

De zomer is net begonnen, dus natuurlijk is de zomermode alweer in de uitverkoop! Hoewel ik ondertussen genoeg horrorverhalen over kleren en de kledingindustrie heb gelezen en gezien, is een ‘sale’ bordje toch vrij onweerstaanbaar. Bovendien breekt me het zweet gelijk uit als ik zie wat voor truien en broeken in de winkels hangen met 35 graden buiten.

Maar kleding is allang niet meer iets dat men fysiek doet. Een tijdje geleden liep ik met een vriendin een winkelcentrum in. Bij het juwelierszaakje werd eerst druk onderhandeld over alle prijzen, die helaas toch erg vast bleken te staan. Terwijl allerlei sieraden gerangschikt werden naar geschiktheid, nam mijn vriendin ook stiekem wat foto’s van de producten. Meekijkend over haar schouder zag ik dat gelijk een vergelijking werd gemaakt met andere oorbellen die online verkrijgbaar waren en er ongeveer hetzelfde uitzagen. Niet genoeg echter, dus er werd alsnog in persoon een slag geslagen.

Nu heb ik zelf een vrij grote afkeer van online kleren kopen. Nadat ik een jaar of 5 geleden in een onbestemd moment iets van 5 kledingstukken bij H&M online bestelde en ze na aankomst allemaal niet bleken te passen, had ik gelijk mijn buik vol van online kleren kopen. Bovendien heb ik de goede gewoonte lang te twijfelen over kledingstukken, liefst meerdere malen per dag (of indien mogelijk per week) binnen te gaan en dan nogmaals 20 minuten diep na te denken alvorens het toch niet te kopen.

Hoewel in China alles online verkrijgbaar is, maakt dit de verleiding niet groter. Uiteraard zijn er ook plekken waar de grote merken hun kleding verkopen, maar het komt nog steeds inefficiënt op mij over om eerst iets te bestellen, dan het te passen en vervolgens mogelijk weer terug te sturen. Daar komt uiteraard bij dat voor de echte bodemprijzen, er een extra, onvermijdelijk verrassingselement bij komt kijken. Want hoe je truitje, rokje of jurkje er echt uitziet, weet je pas als het uit de verpakking komt.

Dus het hangt er uiteindelijk maar net vanaf waar jij winkelplezier aan beleeft. Koop je liever de kleding die je ziet en goed past in de winkel, of bestel je liever een verrassingspakket wat na een thuismodeshow waarschijnlijk grotendeels teruggaat? Of als je op zoek bent naar een bepaalde stijl, dan kun je hier wat inspiratie opdoen!

Li’s Lievelingswoorden: Even kijken

Kijken doe je met je ogen. Althans, dat kreeg ik altijd te horen toen ik klein was. Niet dat ik ernaar luisterde natuurlijk. Ook op latere leeftijd ging ik nog vaak tegen mijn opvoeding in. Sommige vrienden werden gek van mijn rondneuzen tussen spullen waarbij alles aangeraakt en bevraagd werd.

Nu ik in China zit, heb ik ook meer dan genoeg te kijken. En ja, de Chinezen doen dat ook een stuk meer met hun handen, het zit in de natuur! Iedereen leest hier boeken uit in de boekwinkel (ze gaan er echt voor zitten) en zelfs bordjes met ‘niet aanraken’ worden routineus genegeerd. Een droomland wat dat betreft voor mij. Komt bij dat ik me onlangs realiseerde dat het Chinese karakter voor kijken geïnterpreteerd kan worden als een hand en oog gecombineerd. Klopt vast niet helemaal, maar wel een leuk idee.

Als we echter nog wat verdergaan, is het helemaal niet zo dat je kijken per se fysiek hoeft te doen. En daarmee komen we bij deze uitspraak: “Even kijken”. Net zoals alle fijne stopwoorden zijn deze ook multifunctioneel. Volgt er een komma, drie puntjes, of een ander stopwoordje (“hoor”)?

Zo blijkt maar weer dat we ook niet noodzakelijk met onze ogen kijken. De helft van de tijd dat iemand iets vraagt (wat we gaan eten, weekendplannen, boeken die ik nu aan het lezen ben, wanneer ik voor het laatst heb opgeruimd) kan ik heel goed mijn antwoord beginnen met “even kijken” en gewoon in het niets staren. Of juist mijn oog of beide ogen sluiten om een blik in mijn hersenen te werpen waar toch de meeste kennis is die ik bezit.

Dus ja, kijken doe ik het liefste met mijn handen of mijn hersenen. Komt misschien ook doordat ik een bril draag, dat mijn ogen pas op de derde plaats komen.

Ik verkies jou!

Ja, het is zover. De Tweede Kamer Verkiezingen vinden vandaag plaats in Nederland. Dit is het moment voor de burgers, om je plicht en recht te vervullen en te gaan stemmen. Okee, behalve als je braaf volgens de procedure je hebt geregistreerd maar niet je stembewijs en biljet hebt gekregen. Dan mág je niet eens je ding doen.

Tot een jaar of 2,3 geleden, was ik maar minimaal geïnteresseerd in de politiek. Ik heb wel in de verkiezingen van 2012 gestemd, relatief strategisch want ik had geen flauw benul waar de PVDA toen voor streed, maar niet de programma’s bestudeerd. Overigens ging het hele politieke speelveld grotendeels aan mij voorbij, nationaal en internationaal.

Nu is dat eigenlijk in deze politiek turbulente tijden vrijwel onmogelijk. Ik keek een tijdje geleden nog een filmpje van Zondag met Lubach terug waarin de draak wordt gestoken hoeveel Nederland met de Amerikaanse verkiezingen bezig was. Eraan terugdenkend, deelde ik ook wel ongeloof en een zekere verontrusting toen de winnaar bekend was. Maarja, Amerika is toch wel een stukje verder weg dan Nederland.

En zo beland je anno 2017 in een situatie waarin je actief politiek gaat volgen. Want ja, erg geruststellend is het allemaal niet natuurlijk. En nee, zelf doe je er niet echt specifiek iets aan onder het mom buitenlands uit te zien, in het buitenland te zijn en niet te kunnen stemmen. Laten we de balans opmaken:

Voordeel:

  1. Je kunt meepraten. “Ja, Geert Wilders is een eikel. Maar hij is wel een van de weinige met een Limburgs accent regelmatig op de televisie, dus er is ook nog voor mij hoop!”
  2. Je hebt het gevoel iets toe te voegen. “Nee ik kan niet helpen. Ik ben politiek bewust onderzoek aan het doen om als zelfredzame burger een geïnformeerde stem uit te brengen.”
  3. Je hebt altijd iets om over te praten. “Ja. Laten we het anders over de verkiezingen hebben.”

Nadeel:

  1. Je hebt het idee dat er veel mensen zijn met radicaal andere ideeën. “Nederland uit de EU? Hoe dan?”
  2. Je ziet overal politici die ergens iets van vinden. “Meer blauw op straat. Blauw is het nieuwe zwart.”
  3. Je wordt ongelukkig van alle extreme discussies en meningsverschillen. “Het is erin of eruit.”

Toch maar goed dat die verkiezingen er dus maar eens in de zoveel jaar zijn. Nederland zou nog eens te spannend worden.

Samenwerking tussen hoofd en gevoel

Eigenlijk zouden ze het ondertussen wel onder de knie moeten hebben. Zo’n hoofd dat zegt: Dit gaan we doen!’ En een geruststellend gevoel dat dan gelijk meegaat en ‘Ja!’ zegt. Of als ja aanvoelt dan. Maar zo gemakkelijk is dat toch niet, samenwerken met jezelf. En dan kun je 30 keer per minuut ademhalen (want dat ontspant), dingen opschrijven in hanepoten (en vervolgens gefrustreerd raken over je eigen handschrift) of jezelf stevig toespreken (klinkt toch niet zo heel erg overtuigend).

In China wonen helpt eigenlijk niet erg bij dit proces. Veel Aziaten en ook de Chinezen excelleren juist in de scheiding tussen hoofd en gevoel. Daarom kunnen mensen zich in het weekend naar kantoor slepen als een vakantie gecompenseerd moet worden; staan ze toe dat ouders in het park naar de huwelijksmarkt gaan om hen aan een partner te helpen; kopen ze een hele winkel (of een heel vliegtuig) leeg om hun omgeving tevreden te stellen.

Nu rijst natuurlijk de vraag, in hoeverre is dit een probleem? Hoeveel kun je hier als buitenlander, de mindfullness tientallen jaren opzuigend, mee omgaan? Of wie weet, zelfs van leren?

Wat dat betreft is het een vrij paradoxale omgeving, waar wij hoofd en gevoel liefst zoveel mogelijk scheiden professioneel, maar combineren privé, draaien de Chinezen het precies om. Zo kan het zomaar zijn dat een Chinees van baan verwisselt vanwege baas of collega’s, maar braaf iedere keer met Chinees Nieuwjaar naar huis blijft gaan, ook al weet zij/hij wat voor spervuur aan vragen, eisen en ruzies dat meestal oplevert.

Waarom verschillen dit soort zaken altijd per cultuur en per persoon? Kijk ik naar mijn kat, dan is het leven gemakkelijk. Hoofd en gevoel werken niet alleen samen, maar lijken gewoon één. In dezelfde woorden te vangen. ‘Mens ik heb honger.’ ‘Waarom geef je mij geen eten?’ ‘Ben je nu pas thuis?’ ‘Ik ga op je springen alsof je een springkussen bent.’ ‘Het is tijd om te doen alsof mijn staart niet aan mij vast zit.’

Zeker ook iets voor te zeggen, dus ik hanteer voortaan in China kattengedrag. Op likken en brokjes moet ik nog wat oefenen. Op dat hoofd en gevoel ook wel trouwens.